-
1 not equally as good as
niet zo goed als,niet hetzelfde -
2 thing
n. ding, objekt; gebeuren; onderwerp; wezen; idee[ θing]3 schepsel ⇒ wezen, ding♦voorbeelden:1 sweet things • zoetigheid, snoep(goed)not a thing to wear • niks om aan te doen/trekkenit's a bad thing to • het is onverstandig omhave better things to do • wel wat beters te doen hebbena good thing too! • (dat is) maar goed ook!it's a good thing that • het is maar goed/gelukkig datit's a good thing to • je doet er goed aan (om)a lucky thing no one got caught • gelukkig werd (er) niemand gepaktnot the same thing • niet hetzelfdeget a thing done • iets gedaan krijgenmake a thing of • een kwestie/punt/zaak maken vanit didn't mean a thing to me • het zei me totaal nietstake things too seriously • alles te ernstig opnementaking one thing with another • alles bij elkaar genomenand another thing • bovendien, meer nogthe first thing that comes into her head • het eerste (het beste) dat haar te binnen schietfor one thing • in de eerste plaats, om te beginnen; immersa thing like you • iemand van jouw slag/soortknow a thing or two • niet van gisteren zijnknow a thing or two about • het een en ander weten overlet things rip/slide • de boel maar laten waaienbe seeing/see things • spoken zien, hallucinaties hebbenof all things • vreemd genoegwell, of all things! • wel heb ik ooit!I'll do it first thing in the morning • ik doe het morgenochtend meteenthe first thing I knew she had hit him • voor ik wist wat er gebeurde had ze hem een mep gegevenfirst things first • wat het zwaarst is moet het zwaarst wegenit is (just) one of those things • (zo) van die dingen, dat gebeurt nu eenmaal→ close close/, good good/, great great/, hot hot/, near near/, old old/, square square/, warm warm/II 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉1 (dat) wat gepast/de mode is3 het belangrijkste (punt/kenmerk)♦voorbeelden:be not (quite) the thing • niet passen/horenquite the thing • erg in (de mode/trek)the latest thing in ties • een das naar de laatste mode2 just the thing I need • juist/precies wat ik nodig hebthe thing about Stephen • wat Steven zo typeertthe thing is that • het is zaak/het belangrijkste is/het komt erop aan (om/dat)4 just for the fun of the thing • gewoon voor de grap/lol¶ and that sort of thing • en (zo meer) van die dingen, en zonot know the first thing about • niet het minste verstand hebben van→ sure sure/1 spullen♦voorbeelden:that would only make things worse • dat zou het allemaal alleen maar verergerenhow are things, 〈 informeel〉how's things? • hoe gaat het (ermee)?3 things political • de politiek/politieke wereld -
3 not the same thing
-
4 mixed marriage
gemengd huwelijk (huwelijk tussen twee partners die niet hetzelfde geloof of dezelfde nationaliteit hebben) -
5 variable interest loan
lening met veranderlijke koers (lening waarvan de rente gedurende terugbetalingsperiode niet hetzelfde bedrag is) -
6 same
adj. zelfde; gelijk; overeenkomstig; bovengenoemde--------adv. op dezelfde manier; gelijk; eens; dezelfde--------pron. zelfdesame1[ seem] 〈voornaamwoord; bijna altijd met the〉1 de/hetzelfde♦voorbeelden:one and the same • één en dezelfde〈 informeel〉 same again please! • schenk nog maar eens in, hetzelfde a.u.b.!they are much the same • ze lijken (vrij) sterk op elkaarit's all the same to me • het is mij om het even, het maakt me niet uit(the) same to you • insgelijks, van 't zelfde→ all all/————————same2〈bijwoord; met the, behalve soms informeel〉♦voorbeelden:he found nothing, (the) same as my own dentist • hij vond niets, net als mijn eigen tandarts————————same3〈determinator; the〉1 zelfde ⇒ gelijke, overeenkomstige♦voorbeelden:it comes/amounts to the same thing • het komt op hetzelfde neerat the same time • tegelijkertijdmuch the same problem • vrijwel hetzelfde probleem -
7 level
adj. vlak; gelijk; gebalanceerd; vertikaal; gelijkmatig--------n. hoogte; niveau; klasse; oppervlakte; vlak; peil (waterpeil)--------v. afvlakken, glad maken; gelijkheid brengen; vergelijken; vernietigen, aan de grond gelijk makenlevel1[ levl]1 〈 ook als 2e lid van samenstellingen〉 peil ⇒ niveau, hoogte; 〈 bij uitbreiding〉 natuurlijke/juiste peil/plaats3 horizontaal ⇒ waterpas(se) lijn/vlak♦voorbeelden:1 level of achievement/production • prestatie/productiepeilon a level of equality • op voet van gelijkheidfind one's level • zijn plaats vindenII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; vaak als 2e lid van samenstellingen〉1 niveau♦voorbeelden:————————level23 (op) gelijk(e hoogte) ⇒ even hoog/ver4 gelijkmatig ⇒ evenwichtig, regelmatig5 beraden ⇒ bedaard, kalm♦voorbeelden:draw level with • op gelijke hoogte komen met————————level3〈 levelled〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:level (a weapon) at someone • (een wapen) op iemand richten¶ level off • gelijk/vlak maken/wordenlevel off/out • (zich) (op een bepaald niveau) stabiliseren; zijn (maatschappelijke) plafond bereikenlevel out • gelijk/vlak maken/worden; onderscheid/verschillen wegnemen (bij/tussen)♦voorbeelden:level up • tot hetzelfde niveau omhoog brengen————————level4〈 bijwoord〉1 vlak ⇒ horizontaal, waterpas -
8 build
n. vorm, lichaamsbouw--------v. bouwen; opzettenbuild1[ bild] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (lichaams)bouw ⇒ gestalte, vorm♦voorbeelden:————————build21 bouwen2 (in kracht) toenemen ⇒ aanwakkeren, verhevigen, groeien, aanzwellen♦voorbeelden:→ build up build up/, build upon build upon/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)bouwen ⇒ maken, construeren2 vormen ⇒ ontwikkelen, ontplooien♦voorbeelden:1 build a fire • een vuur maken/stokenbuild a railway • een spoorlijn aanleggenbuild a house (out) of brick • een huis uit baksteen optrekken5 a clause that was not built into my contract • een clausule die niet in mijn contract was opgenomenthis cupboard is built into the wall • deze kast is in de muur ingebouwdbuild on • aanbouwen, bijbouwenthis part was built on in 1982 • dit gedeelte is in 1982 aangebouwdbuild round • inbouwen -
9 mould
n. vorm, mal, matrijs; aard, karakter; teelaarde, bladaarde--------v. vormen, kneden, modellerenmould12 → moulding moulding/♦voorbeelden:cast in one/the same mould • uit hetzelfde hout gesneden1 schimmel♦voorbeelden:————————mould21 vormen ⇒ kneden, modelleren♦voorbeelden:mould a head from/in/out of clay • een kop uit/van klei boetserenmoulded on • naar het voorbeeld van -
10 old
adj. oud; bejaard; oud (niet nieuw); antiek; van vroeger; op de leeftijd--------n. leeftijd--------n. ouderen, bejaardenold1[ oold] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:heroes of old • helden uit het verleden————————old2〈older; ook elder, eldest〉1 oud ⇒ bejaard, antiek2 versleten ⇒ gebruikt, vervallen, afgedankt4 ervaren ⇒ bekwaam, gerijpt5 verouderd ⇒ ouderwets, in onbruik geraakt♦voorbeelden:1 old age • ouderdom, hoge leeftijd(not) make old bones • (niet) oud worden〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 old boy/girl • vadertje, moedertje, oudjeold gold • donker goud, bruingoud(en kleur)old maid • oude vrijsteras old as the hills • zo oud als de weg naar Romean old name • een gevestigde naamthe oldest profession • het oudste beroepan old retainer • een oude trouwe dienaar〈 spreekwoord〉 you cannot teach an old dog new tricks • oude beren dansen leren is zwepen verknoeien; oude honden leert men moeilijk pootje gevenyoung and old • jong en oud, iedereenthe old • de bejaarden, de ouderenan old hand at poaching • een doorgewinterde stroperan old offender • een recidivistold stager • oude rot, veteraan〈 spreekwoord〉 you cannot put old heads on young shoulders • grijze haren groeien op geen zotte bollenbe old in knavery • een doortrapte schurk zijnthe old guard/school • mensen van de oude stempel, traditionalistenhe worked like old boots • hij werkte berehard/steenharda chip off the old block • helemaal zijn/haar vader/moederOld Glory • nationale vlag van de USAold maid • oud wijfold moon • laatste kwartier van de maanmoney for old rope • iets voor niets, gauw/gemakkelijk verdiend geldold salt/sweat • zeerotcome/play the old soldier (over someone) • de baas spelen (over iemand) 〈op basis van grotere ervaring/vaardigheid〉〈 informeel〉 old woman • lastige/vitterige vrouw→ grand grand/II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 voormalig ⇒ vroeger, gewezen, ex-, oud-♦voorbeelden:the (same) old story • hetzelfde liedjeold stuff • oud nieuws, oude koekold Etonian • oud-leerling van Eton¶ 〈Brits-Engels; slang〉 old bean/cock/egg/fruit/stick/thing • ouwe/beste (jongen/meid)old boy/girl • oud-leerling(e) (van Engelse school)the old man • 〈 informeel〉 de ouwe 〈 ook scheepskapitein〉; de baas 〈 ook echtgenoot〉; mijn ouweheer/ouweold master • (schilderij van) oude meesterthe old sod • het vaderland〈 informeel〉 any old thing will do • alles is goed/bruikbaarthe Old World • de Oude Wereld, de oostelijke hemisfeer; 〈 Amerikaans-Engels〉(continentaal) Europa, de Oude Wereld〈 informeel〉 any old how • om het even hoe, hoe ook→ high high/ -
11 very
adj. precies, werkelijk, waar; uiterst--------adv. erg, zeervery12 zelf ⇒ zelfde, juist, precies♦voorbeelden:do one's very best • zijn uiterste best doenat the very height of his career • op het absolute hoogtepunt van zijn carrière2 under my very eyes • uitgerekend/vlak onder mijn ogenthe very man he needed • precies de man die hij nodig hadhe is the very picture/spit of his father • hij is het evenbeeld van zijn vaderhe died in this very room • hij stierf in deze zelfde kamerthis is the very thing for me • dat is net iets voor mijthese were his very words • dit waren letterlijk zijn woorden3 the very fact that … • alleen al het feit dat …¶ the very idea! • wat een idee!————————very2〈 bijwoord〉1 heel ⇒ erg, zeer; aller-2 helemaal3 precies♦voorbeelden:the very last day • de allerlaatste daghe looked very tired • hij zag er heel moe uitvery good/well, Sir! • heel goed/zeker, meneer!thanks very much • heel erg bedankthe is very much better today • hij is heel wat beter vandaagnot so very difficult • niet zo (erg)/(al) te moeilijkoh, very well then! • oh, goed dan (, als het moet)!→ well well/ -
12 half the man he used to be
hij is niet meer zoals hij was,is niet meer hetzelfde -
13 a
art. a ( eerste letter v.h. alfabet); een ( onbepaald lidwoord), gebruikt met zelfstandige naamwoordena1, A[ ee] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: a's, A's〉1 a, A♦voorbeelden:A-1 • eersteklas, primaJohn got an A for his essay • Jan kreeg een negen voor zijn opstel————————a2[ ə, 〈 sterk〉 ee], 〈 voor ker en vaak voor een onbeklemtoonde lettergreep beginnend met h-〉 an [ ən, 〈 sterk〉 ee] 〈 lidwoord〉4 per5 de/hetzelfde♦voorbeelden:a hundred • honderd -
14 again
adv. weer; opnieuw[ əgen, əgeen]1 opnieuw ⇒ weer, nog eens2 nogmaals♦voorbeelden:marry again • hertrouwenas much/many again • (nog) eens zoveelhalf as much/many again • nog eens half zoveel, anderhalf keer zoveel(the) same again! • schenk nog eens in!, hetzelfde nog eens!back/home again • weer terug/thuisnever again • nooit meer/weeronce/yet again • nog één keernow and again • nu en danagain and again • telkens/steeds opnieuw2 again, what about the child? • nogmaals, wat moet er met het kind?3 he might go, and (then) again he might not • misschien gaat hij, en misschien ook wel weer niet¶ what is his name again? • hoe heet hij ook (al) weer? -
15 as
adv. zoals--------conj. als, zoals; aangezien, omdat; evenas11 die/dat♦voorbeelden:————————as21 even ⇒ zo♦voorbeelden:as good as John • zo/even braaf als John¶ as well • ook, evenzeer; net zo lief/goedas well as • zowel … als, en, niet alleen … maar ookin theory as well as in practice • zowel in theorie als in de praktijkher arguments as against yours • haar argumenten tegenover die van jouas from now • van nu af————————as3〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:starring as Juliet • in de rol van Julietas a result/consequence • als gevolg, tengevolge (daarvan)as a rule • in de regel, gewoonlijkthe same as me • hetzelfde als ik, zoals ik, ik ook————————as4〈 voegwoord〉♦voorbeelden:as tall as seven feet • wel zeven voet langyoung as I am • hoewel ik jong bencheap as cars go • goedkoop voor een wagenhe got deafer as he got older • hij werd steeds dover naarmate hij ouder werdas it is • op zichzelf, zoals het isit's bad enough as it is • het is zo al erg genoegas he later realized • zoals hij later besefteas he said • zoals hij zeirebel as he was • hoewel hij een rebel wasas it were • als het ware, om zo te zeggenas you were! • herstel!as tall as I • zo lang als iksuch as • zoalsso beautiful as to seem unreal • zo mooi dat het onwerkelijk scheenbe so kind as to • wees zo goed om teas if • alsofas by chance • als per toevalas for/to • wat betreftas from/ 〈 Amerikaans-Engels〉 of today • vanaf vandaag, met ingang van heden -
16 boat
n. schip, boot; schaal--------v. uit varen/roeien/zeilen gaanboat1[ boot] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (open) boot ⇒ vaartuig, (dek)schuit, sloep3 (jus/saus)kom♦voorbeelden:miss the boat • de boot missen, zijn kans voorbij laten gaan〈 informeel〉 rock the boat • de boel in het honderd sturen, spelbreker zijn————————boat2〈 werkwoord〉1 in een boot varen ⇒ uit varen/roeien/zeilen gaan♦voorbeelden: -
17 brush
n. borstel; kwast; staart v.e. vos; veld--------v. poetsen; borstelen; eraan voorbijgaanbrush1[ brusj]4 streek ⇒ lichte aanraking, beroering; schaafplek♦voorbeelden:————————brush2〈 werkwoord〉1 (af/op/uit)borstelen ⇒ (af/weg/uit)vegen; schuieren2 strijken (langs/over) ⇒ rakelings gaan (langs)♦voorbeelden:brush over • aan/bestrijken, dunnetjes overschilderenshe just brushed past me when we met last • toen ik haar laatst tegenkwam, liep ze me straal voorbij -
18 pack
n. pakket; pakje; horde; troep, zwerm; groep; verband; zalf--------v. (in)pakken, zijn koffer pakkenpack1[ pæk]1 pak ⇒ (rug)zak; last; bepakking; verpakking; pakket2 pak ⇒ hoop; pak vis/vlees/fruit; (verpakte) vangst/oogst 〈 van een seizoen〉; 〈 Brits-Engels〉 pak/spel kaarten; 〈 Amerikaans-Engels〉 pakje 〈 sigaretten〉♦voorbeelden:pack of nonsense • hoop onzinthis season's pack of salmon • de zalmvangst van dit seizoenII 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉1 troep ⇒ bende; horde, meute 〈 jachthonden bijvoorbeeld〉; vloot 〈 van onderzeeërs, gevechtsvliegtuigen〉; 〈 sport〉 peloton; 〈 rugby〉 pack 〈 de voorwaartsen van een team〉♦voorbeelden:————————pack23 samenklitten ⇒ samenklonteren, zich verenigen♦voorbeelden:3 pack into • zich verdringen/persen inII 〈 overgankelijk werkwoord〉8 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 op zak hebben 〈 pistool bijvoorbeeld〉 ⇒ bij de hand hebben♦voorbeelden:packed lunch • lunchpakketthe theatre was packed with people • het theater was afgeladen -
19 vein
n. ader; stemming[ veen]1 ader ⇒ bloedvat; ertsader; nerf♦voorbeelden:veins run through marble and other kinds of stone • er lopen aderen door marmer en andere soorten steensorry, I'm not in the (right) vein for this • sorry, ik ben hiervoor niet in de (juiste) stemming¶ in the same vein • in dezelfde geest, van hetzelfde soort -
20 double jeopardy
dubbel risico (argument dat de beklaagde al eerder voor een soortgelijk risico schuldig bevonden stond en dat daardoor niet opnieuw over hetzelfde misdrijf hoeft worden te vergaderd)
См. также в других словарях:
Zwei — 1. Bei zweien guter Rath, bei dreien oft Verrath. 2. Bei zweien kann man lang auf Ketzereien lauern: bei Glöcknern und Bauern. Ihre Gedanken sind in der Regel des Herrn Pfarrers Gedanken. 3. Besser bei (zu) Zweien gut leben, als zu Vieren… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Bauer (der) — 1. Armer Bauern Kälber und reicher Herren Töchter werden nicht alt. – Kirchhofer, 347. 2. Auch der Bauer isst nicht ungesalzen. Was ihm indess von seinem Schulzen, Landrath oder Pfarrer vorgepredigt wird, ist in der Regel nicht mit attischem… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ei — 1. A Ei es schnell gelêt, aber nit schnell ausgebrüt. (Nassau.) 2. Aier sind airen gleich. – Gruter, III, 3. 3. Alte Eier, alte Freier, alter Gaul sind gewöhnlich faul. – Simrock, 1886; Körte, 1269. Eine Anzahl (16) Sprichwörter und… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Tonny van der Linden — Anthonie „Ton“ oder „Tonny“ van der Linden (* 29. November 1932 in Zuilen bei Utrecht) ist ein ehemaliger niederländischer Fußballspieler, der 1958 mit dem Utrechter Club DOS niederländischer Meister wurde und in 24 Spielen für die… … Deutsch Wikipedia
Suppe — 1. A Nêgel (Neige, Bischen) Suppe schadt am (einem alten Hunde) nischt. 2. An der Suppe grosser Herrn soll man sich den Mund nicht verbrennen. Die Araber sagen: Wer die Suppe des Sultans isst, verbrennt sich die Lippen, und wäre es erst lange… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Holz — 1. Alle krummen Hölzer sind quaat (schwer) zu richten. – Schottel, 1133b. 2. Alles da, Holz un Torf, die Mieth wird abgedanzt, drêmol um n Ofen1 is ein Monat weg. (Stettin.) 1) Der Ofen steht nämlich dicht in einer Ecke. 3. Alt dürr Holtz ist… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Same-sex marriage in the Netherlands — Two men marrying in Amsterdam, Netherlands, in the first month marriage there was opened to same sex couples (2001).[clarification needed] … Wikipedia
Herman Van Rompuy — Pour les articles homonymes, voir Van Rompaey. Herman Van Rompuy Herma … Wikipédia en Français
Wellingtonrenbaan — 51° 13′ 23″ N 2° 54′ 00″ E / 51.223056, 2.9 … Wikipédia en Français
Oosie — Wilfred is een Nigeriaanse rapper die nu leeft in België.Het is een rapper die bekent staat als Oosie aka Da King Of Da West.Hij heeft nu al 3 albums uit.Hij woont in Tielt in West Vlaanderen hij is een uitstekende rapper, songwriter, author… … Wikipedia
Hippodrome d'Ostende — 51° 13′ 23″ N 2° 54′ 00″ E / 51.223056, 2.9 … Wikipédia en Français